Opgroeien in het grensplaatsje Siebengewald betekende voor mij groot worden met verschillende talen. Dit vond ik heel boeiend en interessant. Al jong mocht ik meekijken wanneer mijn vader Nederlandse teksten schreef, en hier foutjes uit halen die hij, als geboren Duitser, maakte. Hoe trots was ik, als ik hem daarbij mocht helpen! Door hem leerde ik al vroeg de waarde van woorden. Dat teksten kunnen raken en de juiste woorden het verschil kunnen maken. Hij leerde mij Duits door kinderboeken mee te brengen vanuit de drukkerij in Duitsland waar hij werkte. Of door de lange brieven, die ik aan penvriendinnen in Duitsland schreef, samen met mij te corrigeren.
Als iemand mij vraagt wat mijn moedertaal is, dan antwoord ik volmondig dat dat Nederlands is. Maar ik zal er altijd achteraan vermelden dat mijn “vadertaal” Duits is. Het opgroeien met deze twee talen is een voorrecht waar ik dankbaar voor en trots op ben.
Naast deze talen werd er thuis natuurlijk ook dialect gesproken. Plat proate betekend voor mij herkenning, verbinding en herinnering. Het is de taal van deze streek, waardoor iedereen meteen weet waar je thuis hoort. Het is de taal van de mensen waarmee je opgroeide. En het is de taal van mijn jeugd, van de dagen op de boerderij van opa en oma, van bej de pogge op stal, witte mik mit èrdbeije jam, van speule ien et alde schop en stekbère plukke ien den hof. Onze streektaal heeft dan ook een bijzondere plaats in mijn hart.
Later leerde ik op school uiteraard ook Engels. En onder andere door de jaren dat ik in Brabant werkte, in een restaurant waar gasten met vele nationaliteiten elkaars pad kruisten, ontwikkelde zich mijn Engelse taalvaardigheden steeds verder. Hoewel ik in diepgaande gesprekken soms even na moet denken om het woord met de juiste nuance te vinden, weet ik mij ook in deze taal goed uit te drukken.
Zowel in gesprekken als tijdens een afscheidsdienst kan ik goed schakelen tussen de talen. Dat kan heel waardevol zijn wanneer de banden van de overledene grensoverschrijdend of internationaal zijn. Samen met de nabestaanden zal ik bespreken wat de mogelijkheden en wensen hierover zijn voor de afscheidsdienst, zodat iedereen die bij het afscheid aanwezig is zich gezien en betrokken zal voelen.
Opgroeien in het grensplaatsje Siebengewald betekende voor mij groot worden met verschillende talen. Dit vond ik heel boeiend en interessant. Al jong mocht ik meekijken wanneer mijn vader Nederlandse teksten schreef, en hier foutjes uit halen die hij, als geboren Duitser, maakte. Hoe trots was ik, als ik hem daarbij mocht helpen! Door hem leerde ik al vroeg de waarde van woorden. Dat teksten kunnen raken en de juiste woorden het verschil kunnen maken. Hij leerde mij Duits door kinderboeken mee te brengen vanuit de drukkerij in Duitsland waar hij werkte. Of door de lange brieven, die ik aan penvriendinnen in Duitsland schreef, samen met mij te corrigeren.
Als iemand mij vraagt wat mijn moedertaal is, dan antwoord ik volmondig dat dat Nederlands is. Maar ik zal er altijd achteraan vermelden dat mijn “vadertaal” Duits is. Het opgroeien met deze twee talen is een voorrecht waar ik dankbaar voor en trots op ben.
Naast deze talen werd er thuis natuurlijk ook dialect gesproken. Plat proate betekend voor mij herkenning, verbinding en herinnering. Het is de taal van deze streek, waardoor iedereen meteen weet waar je thuis hoort. Het is de taal van de mensen waarmee je opgroeide. En het is de taal van mijn jeugd, van de dagen op de boerderij van opa en oma, van bej de pogge op stal, witte mik mit èrdbeije jam, van speule ien et alde schop en stekbère plukke ien den hof. Onze streektaal heeft dan ook een bijzondere plaats in mijn hart.
Later leerde ik op school uiteraard ook Engels. En onder andere door de jaren dat ik in Brabant werkte, in een restaurant waar gasten met vele nationaliteiten elkaars pad kruisten, ontwikkelde zich mijn Engelse taalvaardigheden steeds verder. Hoewel ik in diepgaande gesprekken soms even na moet denken om het woord met de juiste nuance te vinden, weet ik mij ook in deze taal goed uit te drukken.
Zowel in gesprekken als tijdens een afscheidsdienst kan ik goed schakelen tussen de talen. Dat kan heel waardevol zijn wanneer de banden van de overledene grensoverschrijdend of internationaal zijn. Samen met de nabestaanden zal ik bespreken wat de mogelijkheden en wensen hierover zijn voor de afscheidsdienst, zodat iedereen die bij het afscheid aanwezig is zich gezien en betrokken zal voelen.